We hebben het allemaal wel eens ervaren. De bar is druk, op links, door het midden en op rechts, overal staan er dorstige klanten die niet kunnen wachten om geholpen te worden. Ga ik daar dan achter in de rij staan of sluip ik helemaal op rechts, langs de linksbuiten en over de zijlijn en probeer ik daar de aandacht van de hardwerkende barvrijwilliger te trekken? Tja, dat hebben we allemaal wel eens gedaan. Een dilemma dat regelmatig voor komt maar wat later op de middag vaak in de kiem wordt gesmoord door een overvolle rechtervleugel.
Maar er is hoop! Hoop voor de barvrijwilliger wel te verstaan. Hoop op een leven met meer ruimte, meer bewegingsvrijheid en voor de dorstige en hongerige gast een eerlijk speelveld, waarin eenieder in dezelfde rij aan zal moeten sluiten. De Klapdeur! En daarom:
Een ode aan…. De Klapdeur
Klapdeur, jij lieve klapdeur. Je bent geïnstalleerd om chaos te vermijden en rust te creëren. Een barvrijwilliger moet ook de kans krijgen om achter zijn of haar bar te manoeuvreren. Een ergernis was het soms, toen jij er nog niet was. Ongenodigde gasten in de keuken, ze kwamen helaas niet voor de afwas.
De muziekcomputer en koelcel waren publiek terrein, baas zijn over je eigen bar was soms schone schijn. Eigen consumpties afrekenen bij de kassa lijkt soms ideaal, helaas is dit niet te controleren en dus fataal. Fataal voor het overzicht aan het einde van de dag, en dit, dit is voor de hardwerkende barvrijwilliger dan een hard gelag.
Het bestuur hoopt met de komst van de Klapdeur, onder de barvrijwilligers, op een beter humeur.