1999 Ons eerste kunstgras
maandag 8 november 2004

Nu het Poeldijkse Pad – wat het overigens ook ooit was, een pad – uit beeld is geraakt als vestigingsplaats van ons aller voetbalvereniging, gaan de gedachten uit naar misschien wel drieënhalf (!?) kunstgrasveld.
In de tweede helft van de jaren negentig, werd het woord kunstgras voor het eerst in verband gebracht met SV Honselersdijk. Tot dan aan toe hadden de meesten onder ons er slechts over horen praten. Een enkeling had er al `ns een (competitie-)wedstrijd op afgewerkt. Soms tot z`n verrassing. En meestal op gymschoenen. In plaats van voetbalschoenen. Want die mochten er niet op. En een sliding? Die kon je beter achterwege laten… Kortom, vaak véél gemopper. En wíj wilden naar een kunstgrasveld…?
Overigens uit pure noodzaak! Want zo`n veld is nagenoeg altijd bespeelbaar, kent geen slechte plekken, die je moet mijden. Gewoon méér bespeelbaar. En dan met name méér als het gaat om trainingsuren. Want dáár liepen we vooral vast.
De club maakte zich er niet met een Jantje van Leiden vanaf. Zoals we inmiddels wel gewend zijn, gaat onze SV nooit over één nacht ijs als het om ingrijpende zaken gaat. En ingrijpend, dat kan je de aanleg van een kunstgrasveld best wel noemen. Niet zozeer de daadwerkelijke, fysieke aanleg ervan. Dat heb je relatief snel voor elkaar. Zes, zeven, hooguit tien weken en het ligt er. Maar waar haal je je kunstgrasveld vandaan? Wie legt het aan? Hoe zit het met de munten? En het onderhoud?
Vertegenwoordigers van de club – bestuursleden, technische staf, spelers – zijn bijvoorbeeld in België wezen kijken. Of daar hun droommatje lag. En intensief contact met de gemeente, natuurlijk. Opnieuw. Ze erkenden ons capaciteitsprobleem overigens volmondig. Maar moesten natuurlijk nog wel even éven volmondig over de financiële streep getrokken worden.
Met de gemeentelijke overheid zat het overigens wel goed. Wat natuurlijk ook wat zegt over de onderlinge relatie én de wijze waarop SV Honselersdijk zich inmiddels haast traditiegetrouw presenteert. Een vereniging die je om een boodschap kunt sturen!
Juni 1999 lag `ie er uiteindelijk, óns kunstgrasveld. Oktober van datzelfde jaar vond de officiële opening plaats.
Gelukkig mocht je er bij ons wél met gewone voetbalschoenen op, zij het niet als deze voorzien waren van stalen noppen. Dat nog nét niet. Maar wie speelt er nu nog op stalen noppen…
Verhalen over snel slijtende voetbalschoenen, keepers met brandgaten in hun uitrusting, huilende spelertjes met schaafwondjes…. Tegenstanders die hun verrassing niet onder stoelen of banken staken als ze het veld betraden. En vervolgens bleef die bal maar doorrollen… Kortom, allerlei typische wenningsverschijnselen.
Maar we hadden wél mooi de mogelijkheid drie E-/F-wedstrijden op één veld af te werken. Als alles er af lag, konden wíj in actie komen. En de toegenomen vierkante trainingsmeters zorgden voor flink wat blije gezichten.
Vóór- en tegenstanders. De laatsten óók bínnen onze vereniging. Hoewel er – natuurlijk – sprake is geweest van een democratische keuze.
Aan één kunstgrasveld zijn we inmiddels méér dan gewend. En omdat we maar aan blijven hikken tegen die capaciteitsproblemen, zullen we op termijn met nóg meer kunstgras rekening moeten houden. Drieënhalf is genoemd. Maar de ontwikkelingen hebben natuurlijk niet stil gestaan. Ook op dat gebied zijn we inmiddels toe aan de derde of misschien wel vierde generatie.
Ooit merk je het verschil niet meer…

Advertentie

Condubouw