1978-1979 Interne communicatie
maandag 6 september 2004

Als mens beschikken we over een stuk gereedschap, waarmee we ons kunnen onderscheiden van alle andere wezens op deze aarde. Die tool stelt ons in staat, op een eenvoudige doch zeer uitvoerige manier met elkaar te communiceren. En als je een beetje je best doet, zelfs zéér helder.
Mooi, zou je zeggen. En welbeschouwd is het ook een fantastisch middel dat ons ter beschikking staat!
Je kan je verbaal uiten. Maar da`s niet altijd even makkelijk. Zeker als het om heikele stuff gaat, zakt menigeen de moed in de schoenen. En weet je dus helaas geen gebruik te maken van dat fantastisch stuk gereedschap, waar je standaard mee uitgerust bent.
Een andere vorm van communiceren, is de schriftelijke. Hándig om een heleboel mensen tegelijk te bereiken. Tegenwoordig zelfs ook digitaal.
Maar ook handig om `ns lekker wat van je af te schrijven. Niet op de persoon, gewoon in z`n algemeenheid, omdat iets je dwars zit. Het voetbalkrantje kan je daar perfect voor gebruiken.
Maar zo`n krantje is óók verschrikkelijk handig, om bepaalde personen via een omweg iets duidelijk te maken…
Politici knallen er van alles uit, valt me vaak op. Proefballonnetjes, verwijten, ideeën enzovoorts. Profvoetballers laten ook wel `ns via een medium uitlekken dat ze het bij de club niet meer zo naar d`r zin hebben, en dat ze altijd al in de Premier League hebben willen voetballen.
Zowel de politicus áls de profvoetballer wil op zo`n moment iemand (of meerdere iemanden) iets duidelijk maken, maar verkiest de omweg bóven de rechtstreekse confrontatie. In dit geval is de omweg véél makkelijker… Je wordt niet – althans niet direct – van repliek gediend, de andere kant kan je woorden laten bezinken. Én je deelt het met de hele goegemeenschap. Met name dat laatste geeft een veilig gevoel.
Binnen een vereniging – óók de onze – komt het ook voor dat we niet rechtstreeks, maar via het voetbalkrantje communiceren. De ene keer is het simpelweg de meest handige, jouw informatie bereikt in één keer al die mensen die het aangaat. De andere keer ligt er een gebrek aan durf aan ten grondslag. Wéér een andere keer kan je niet direct een eigenaar voor jouw probleem vinden, maar wil je wel dat jouw gedachtengoed niet voor de vereniging verloren gaat.
In het seizoen `78/`79 mochten we in ons clubblad de eerste zieleroerselen van `Ad Interim` begroeten. Natuurlijk een pseudoniem. Van iemand die gedurende enkele seizoenen voor flink wat commotie zou gaan zorgen…
De allereerste bijdrage van Ad joeg zowel de penningmeester als trainer van het eerste elftal stevig de gordijnen in. Als door een wesp gestoken, werd gereageerd op `beschuldigingen` van Ad.
Je mag onderwerpen bespreekbaar maken. En natuurlijk mag dat gebruikmakend van een pseudoniem. En je mag aannames doen, veronderstellingen uiten. Maar aan de andere kant bekruipt me het gevoel, dat je in dat geval de omweg gebruikt. En je dus je ideeën wél kwijt wilt, maar niet rechtstreeks durft te uiten.
Je ziet het. Oók al communiceer je niet zelf, maar ben je de ontvanger, zélfs dan is het moeilijk communicatie juist in te schatten. Om er achter te komen, wat die ander – soms zelfs tussen de regels door – nu eigenlijk bedoelt.
Niet vreemd eigenlijk, dat communicatie, óók interne, altijd een probleem zal blijven. Ook al is het een in potentie prachtig stuk gereedschap…

Advertentie

jem-id