Van toen naar nu (deel 8)
vrijdag 6 december 2013

Wie is de scheidsrechter?
In de dagen dat het voetbal nauwelijks in de kinderschoenen stond, werd nog zonder scheidsrechters gevoetbald. Pas toen er spelregels kwamen, was er ook iemand nodig om toe te zien op de toepassing van de regels. Zo werd de scheidsrechter ‘uitgevonden’. Hij houdt toezicht op de toepassing van de voetbalwetten. Een scheidsrechter is in het hedendaagse voetbal al lang niet meer voldoende. Op Uefa-niveau bestaat het arbitrageteam zelfs uit vijf personen: 1 scheidsrechter, 2 lijnrechters en 2 doellijnrechters. De lijn- en doellijnrechters geven met de vlag aan dat de bal de lijn is gepasseerd. Als de scheidsrechter dat signaal overneemt, beslist hij met en fluitsignaal. Een stap verder is het gebruik van doellijntechnologie, zoals Hawkeye (=haviksoog) of GoalRef (basis: een magnetische chip en een speciale bal).
Het is de technologie die het gezag van de scheidsrechter kan gaan aantasten. Er kunnen zich situaties voordoen dat de scheidsrechter anders oordeelt dan wat we zien op de beelden van Hawkeye. In een artikel las ik: “…Hawkeye moet je geloven, zonder iets te kunnen controleren’. Is Hawkeye minder feilbaar dan de scheidsrechter en zijn team? De paus is onfeilbaar. Zou Hawkeye het tegen hem op kunnen nemen?

Straatvoetbal
Het gaat over technologische én menselijke waarneming. Wie, wat is het meest betrouwbaar? In het licht van de jubileumgedachte zullen we maar niet verder ingaan op de opgeworpen vragen.
We werpen een blik op het straatvoetbal in ons dorp. Honselersdijk had in de naoorlogse jaren geen eigen voetbalvereniging. Wie op voetbal wilde, moest naar clubs elders. Mannen als Pauw de Zeeuw en Willem de Hoog gingen naar Monster. Cor en Jaap Koole voetbalden bij de ’s Gravenzande SV. Ik speelde bij V.V. Naaldwijk. Veel Dijkenaars speelden bij Westlandia. Er liepen flink wat jongens op straat om een balletje te trappen. Enkele plekjes leenden zich daarvoor. Die werden in de jaren vijftig dan ook goed benut. Vrijwel iedere dag werd op die plekjes gevoetbald. Misschien wel het meest op het achterplein van de RK-jongensschool aan de Endeldijk en het plein van de Openbare Lagere school (O.L.S.) aan de v.d. Goesstraat. Er werd vaak met veel inzet gespeeld. Niet op gras, maar op een tegelbestrating. Je liep makkelijk een schaafwond of een bloedende knie op. Speelde je in een lange broek, dan was het twijfelachtig of die heel thuis kwam.

Om twee teams te formeren, moest er eerst ‘gepoot’ worden. Twee jongens staan met enige afstand tegenover elkaar. Om de beurt komen ze voet-voor-voet naar elkaar toe. Degene die de laatste voet kon plaatsen, mocht als eerste een jongen kiezen uit het groepje dat mee wilde doen. Er waren geen doelen, maar met wat krijtstrepen op de muren hadden de aanvallers toch een doel om op te schieten. We speelden met minimale spelregels. Altijd zonder scheidsrechter. Was er een handsbal of iets anders wat niet door de beugel kon, dan kon - na onderling beraad - toch tot een vrije trap of een penalty toegekend worden. Natuurlijk werd dan (net als op de velden) gezeurd over wel of geen vrije trap, maar mijn herinneringen nagaande, kwamen we er meestal wel uit. Eigenlijk best knap van die gasten, voetballen zonder scheidsrechter.

Zoiets is vrijwel ondenkbaar in de KNVB-competitie. Toch is er op het thuisfront een keer een competitiewedstrijd zonder scheidsrechter gespeeld. Dat vernam ik een paar weken geleden van oud-voorzitter Wim Lugtenburg. Het is me ontgaan in welk elftal Wim toen speelde, maar ik heb er wel van onthouden dat het niet leuk was om zonder scheidsrechter te spelen. Je houdt je dan een beetje in om brokken te voorkomen. De wedstrijd werd door de bezoekers gewonnen. Natuurlijk had Wim graag gewonnen, maar blij was hij dat door het verlies de boel niet uit de hand is gelopen.

Scheids op de vuist
Meestal zijn het de spelers die tijdens een wedstrijd met fysiek geweld proberen de tegenstander klein te krijgen. Soms stuwt emotie ook toeschouwers op om onrust te zaaien. Is dat geweld grensoverschrijdend, dan is het aan de scheidsrechter om handelend op te treden. Even de wedstrijd stil leggen. Misschien iemand noteren of van het veld sturen.
In de dagen dat we Het Kasteel nog bewoonden, floot één van onze clubscheidsrechters een wedstrijd. De goede man leeft niet meer, maar er zijn nog getuigen die zich zijn bijzondere optreden herinneren. De scheidsrechter nam een stevige scrimmage waar. De boel liep een beetje uit de hand. In plaats van te fluiten, stapte de scheidsrechter af op de vermeende dader. Hij trakteerde hem met een stevige vuistslag, vol in het gezicht. Zou die gebeurtenis nog een staartje hebben gehad bij de KNVB?

Lindt

Advertentie

Condubouw